Paddenstoel van het jaar 2024: voorkomen in Nederland en mogelijke giftigheid
De Amethistzwam is gekozen tot paddenstoel van het jaar 2024. De NMV heeft het initiatief genomen om zoveel mogelijk vindplaatsen van de Amethistzwam in kaart te brengen. Ook wil zij onderzoeken hoeveel arseen deze paddenstoel bevat.
Afhankelijk van het weer verschijnen in augustus of begin september de eerste Amethistzwammen, ook wel Rodekoolzwam (Laccaria amethystina) genoemd. De naam is een verwijzing naar de opvallende kleur van de paddenstoel: diep paars-rood in verse toestand, in droge toestand is de paddenstoel lichtroze gekleurd. De Amethistzwam is een zogenaamde ectomycorrhiza-soort. Dat wil zeggen dat de schimmel samengroeit met wortels van bomen, waarbij water en voedingsstoffen en suikers worden uitgewisseld en zowel de schimmel als de boom voordeel hebben. De redelijk kleine paddenstoel groeit meestal samen met beuken op zandgrond, maar kan ook met andere loof- en naaldbomen samenwerken.
Afgelopen jaren zijn er door de Nederlandse Mycologische Vereniging publieksinventarisaties geweest naar de verspreiding van paddenstoelen georganiseerd. Deze inventarisatie waren een groot succes die vele duizenden extra waarnemingen hebben opgeleverd. Ook in 2024 worden natuurliefhebbers opgeroepen om waarnemingen van de Amethistzwam door te geven op de waarnemingensite Waarneming.nl. De eerste waarnemingen van vindplaatsen in 2024 van Amethistzwammen staan al op waarneming.nl . Waarnemers worden opgeroepen om bij de waarneming ook door te geven bij welke boomsoort hij wordt gevonden. Want hoe dominant is de beuk als samenwerker met de Amethistzwam?
Is de Amethistzwam nu giftig of eetbaar?
In veel paddenstoelkookboeken en op wildpluk-sites wordt de Amethistzwam als eetbaar getypeerd. Maar wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat vruchtlichamen van de Amethistzwam giftige arseenverbindingen bevatten. Interessant is dat er twee soorten arseen in de paddenstoelen voorkomen, het minder giftige organische arseen en het voor zoogdieren en dus ook mensen zeer giftige niet-organische arseen. Onderzoek heeft aangetoond dat een Amethistzwam gemiddeld 90% organisch arseen bevat en 10 % niet-organisch arseen. Uitgaande van deze gemiddelden en bijvoorbeeld de inname-norm van het RIVM kun je stellen dat de Amethistzwam giftig is. Interessant in dezen is ook dat buitenlands onderzoek aangetoond heeft dat vruchtlichamen van de Amethistzwam op vervuilde bodems ook naar verhouding veel meer van het giftige niet-organische arseen bevatten. De Nederlandse Mycologische Vereniging wil dan ook een project starten om het type arseen-gehalte in deze paddenstoel te meten. Hoe groot is variatie van de verschillende vormen van arseen per vindplaats en vruchtlichaam? Een dergelijk onderzoek zou ertoe kunnen leiden om de Amethistzwam in de toekomst te gaan gebruiken om op een goedkope manier arseenvervuiling op te sporen en aan te tonen.
Foto's: Paul Coene