Olijfbruine kratertruffel na 30 jaar weer waargenomen in Nederland

Pachyphloeus citrinus Berk. & Broome
Ronald Morsink

Op 30 oktober bezocht ik het Roderveld in Rossum (Overijssel). Op het talud van een kronkelende beek, met langs de rand eiken en beuken, zag ik bruine rondachtige paddenstoelen ter grootte van 1 - 1,5 centimeter. Ze staken half uit de grond, verscholen tussen het mos en het zand. Ze zijn met grove bruine wratten bedekt en daartussen geel. Het gleba is vlezig, doorzichtig tot geelbruin, maar ook blauwachtig en met geelwitte aderen doorlopen. Onder de microscoop zag ik gele ronde sporen met korte stekels van 1-1,5 μm. Het bleek te gaan om de uiterst zeldzame Olijfbruine kratertruffel en Marian Jagers heeft dat bevestigd. De soort vormt mycorrhiza met eik, beuk, linde en hazelaar op zandige of lemige grond en is na een afwezigheid van 30 jaar dus onlangs weer eens gemeld.

Literatuur:

A. Montecchi, & M. Sarasini, (2000): Funghi Ipogei d’Europa, blz. 201-202.
T. Læssøe & J. Petersen (2019): Fungi of Temperate Europe, vol 2, blz. 1271. [als Pachyphlodes citrina; vermelding].