Meetnet bospaddenstoelen
Het Meetnet bospaddenstoelen bestaat sinds 1998. Het is gericht op de monitoring van de typische soorten van de Habitatrichtlijn voor eikenbossen.
Bij het Meetnet bospaddenstoelen worden de vier typische soorten en 138 begeleidende soorten gemonitord in alle bostypen en met bomen beplante lanen op de pleistocene zandgronden in het noorden, oosten, zuiden en midden van het land en in de kalkrijke en kalkarme duinen langs de gehele Nederlandse kust. Het betreft dus zowel loofbossen als gemengde bossen en naaldbossen en lanen met boomsoorten die samenleven met ectomycorrhizavormende paddenstoelen. Denk hierbij aan Eik, Beuk, Berk, Hazelaar, Haagbeuk, Linde, Populier, Wilg, Els, Spar, Den en Larix.
De te monitoren soorten zijn alle in het veld goed herkenbaar en geven een representatief beeld van de soortenrijke paddenstoelenflora van de bossen in Nederland.
Typische soorten
De vier typische soorten voor bossen zijn Hanenkam (Cantharellus cibarius), Zwavelmelkzwam (Lactarius chrysorrheus), Regenboogrussula (Russula cyanoxantha) en Smakelijke russula (Russula vesca).
Hanenkam is een begeleider van zowel loof- als naaldbomen, met name Eik, Beuk, Berk en Grove den. Hij vormt vaak al in de zomer vruchtlichamen. Hij is voornamelijk te vinden in voedselarme bossen en lanen met enige mosbedekking.
Zwavelmelkzwam is een begeleider van Eik. Hij is vooral te vinden in bossen en lanen op matig vochtige, voedselarme zand- en leembodems.
Regenboogrussula is een begeleider van loof- en naaldbomen, onder andere Eik, Beuk, Berk, Hazelaar, Linde, Spar en Den. Hij is te vinden op zowel voedselarme als kalkrijke bodems in bossen en lanen.
Smakelijke russula is een begeleider van met name Eik en Beuk. Hij vormt vaak al vroeg in de zomer vruchtlichamen. Hij komt voor in bossen en lanen op vochtige tot droge, voedselarme tot matig voedselarme zand- en leembodems.
De beste tijd voor het vinden van de typische soorten is de late zomer tot de herfst, van augustus tot begin november. Maar bij zomerse regens kunnen al in juli paddenstoelen gevonden worden en bij zacht winterweer zelfs tot in december.
Begeleidende soorten
Naast de vier typische soorten zijn voor het Meetnet bospaddenstoelen 138 begeleidende soorten geselecteerd. De begeleidende soorten zijn gekozen op basis van een goede herkenbaarheid in het veld. Voor het herkennen van de soorten is in het algemeen enkel een redelijke tot goede veldkennis nodig. De soorten hoeven niet microscopisch onderzocht te worden.
De begeleidende soorten zijn paddenstoelen die kenmerkend zijn voor alle typen bossen, zowel voor loofbossen als naaldbossen, en voor lanen. Het betreft een aantal zeldzame tot vrij zeldzame Rode Lijst-soorten en een aantal algemene soorten. Hoewel zowel parasieten als saprotrofe soorten in de lijst opgenomen zijn, ligt het zwaartepunt op symbionten die samenleven met bomen (ectomycorrhiza-soorten), omdat deze in het algemeen een hogere indicatiewaarde hebben.
Hoe kunt u zich aanmelden?
Iedereen met enige paddenstoelenkennis kan deelnemen aan he meetnet bospaddenstoelen. Het staat open voor beginners en gevorderden. Ook als u maar een beperkt aantal soorten kent is het nuttig om deel te nemen. Geef dan enkel de soorten op die u goed kent. Gevorderde deelnemers kunnen ook andere soorten dan de typische en begeleidende soorten opgeven, deze moeten voldoen aan de validatiecriteria van de NMV, zie Beknopte standaardlijst van Nederlandse paddenstoelen 2013 en de informatie bij de betreffende soort in het invoerportaal.
U kunt zich aanmelden via de reserveringsmodule in het invoerportaal voor het 'Verspreidingsonderzoek Bospaddenstoelen' via de NDFF Verspreidingsatlas.
Vervolgens kunt u zelf de km-hokken aanklikken en registreren.
Meteen naar het Invoerportaal
Liever op papier uw waarnemingen invullen?
Veldformulier bospaddenstoelen om uit te printen