Meetnet moerassen en venen: Boleten

Wijnrode boleet (Xerocomus ripariellus)

Wijnrode boleetDe Wijnrode boleet is een mycorrhiza symbiont van Berk en groeit op moerassige plaatsen. De dieprode vruchtlichamen kleuren vaak sterk blauw bij kneuzing. Hij lijkt wat op de Rode boleet, X. rubellus, die meestal op wat drogere standplaatsen groeit. Het belangrijkste uiterlijke verschil tussen de twee soorten is het hoedoppervlak, dat bij de Wijnrode boleet onregelmatig bobbelig is (loep!) en vaak duidelijk craqueleert, waardoor het blekere onderliggende vlees zichtbaar wordt. De hoed van de Rode boleet is mooi vlak en regelmatig zonder barstjes). Microscopisch zijn beide soorten ook te onderscheiden aan de sporen, die bij de Wijnrode boleet fijn gestreept zijn (olie-immersie) en bij de Rode boleet glad.
Knop naar Verspreidingsatlas


Berkenboleten (Leccinum spp.)

Ruigsteel- of berkenboleten van de sectie Scabra van het geslacht Leccinum komen wijd verbreid voor bij Berk. Het moerasproject richt zich vooral op het voorkomen en de verspreiding van de Witte boleet (L. niveum), maar in een vochtig berkenbos kun je ook andere soorten Leccinum verwachten, in het bijzonder de Bonte berkenboleet, L. variicolor en de Kleine Berkenboleet, L. schistophilum. Een complicatie bij het herkennen van deze boleten is ook, dat de Witte berkenboleet niet altijd wit is. Gelukkig zijn er goede kenmerken om de soorten van elkaar te onderscheiden. Recent heeft Omer v.d. Kerckhove een uitvoerige publicatie aan de soorten van de sectie Scabra gewijd (Sterbeeckia 34: 7-32).
Kenmerken die van belang zijn bij het herkennen van berkenboleten:

  • Aard van het steeloppervlak. Alle berkenboleten hebben fijne tot grove schubjes over de hele lengte van de steel. Vaak zijn de schubjes donker op een lichte ondergrond
  • Eventuele verkleuring van het steelvlees bij doorsnijden
  • Bij twijfel een tiental sporen meten en de Q-waarde bepalen (lengte/breedte)

Sleutel tot het herkennen van berkenboleten (mede gebaseerd op het bovengenoemde artikel)

1a Soorten van moerassige plaatsen, vaak met veenmos (Sphagnum); steelvlees bij doorsnijden meestal blauwverkleurend; Q-waarde van de sporen 2,6-2,8 ➜ 2
1b Soorten meest van drogere plekken; vlees niet blauw verkleurend bij doorsnede; Q-waarde van de sporen groter dan 3,0

Gewone berkenboleet (Leccinum scabrum)

Gewone berkenboleetGewone berkenboleet
Knop naar Verspreidingsatlas

2a Hoed en steel wit of heel lichtbruin; steel met gelijk gekleurde schubjes, die soms bij ouder worden iets verkleuren, maar nooit donkerbruin of zwart zijn en sterk contrasteren met de ondergrond

Witte berkenboleet (Leccinum niveum,)

(foto en beschrijving bij typische soorten)

2b Hoed en steel bleek tot donker bruin, roodbruin of grijsbruin; steel met donker bruine tot vrijwel zwarte schubjes, die contrasteren met de bleke ondergrond ➜ 3

3a Hoed met een vlekkerig patroon van donkere en lichtere gedeelten; hoedrand meestal duidelijk over de buisjeslaag hangend

Bonte berkenboleet (Leccinum variicolor)

Bonte berkenboleetBonte berkenboleet
Knop naar Verspreidingsatlas

3b Hoed egaal van kleur, hoedrand niet overhangend

Kleine berkenboleet (Leccinum schistophilum)

Kleine berlenboleetKleine berkenboleet
Knop naar Verspreidingsatlas

Tabel met de belangrijkste kenmerken van de Berkenboleten