Moerassen en venen: habitattypen

Veenmosrietlanden

Overgangsveen en trilveen; habitattype H7140b
Dit betreft soortenrijke veenbegroeingen op in voedselarme tot matig voedselrijke omstandigheden. Het zijn ontwikkelingsstadia van verlanding in open water, plassen en petgaten. Typische soorten zijn het Veenmosvuurzwammetje, het Broos vuurzwammetje, de Moerashoningzwam, de Veenmosbundelzwam, de Veenmosgrauwkop en het kaal veenmosklokje. De begeleidende soorten van dit habitat type vindt je op het veldformulier.

Hoogvenen

Actief hoogveen; habitattype H7110
Hoogveen is een vegetatie opgebouwd door veenmossen (Sphagnum spp.) dat vaak in de loop van eeuwen is ontstaan. Het steeds dikker wordende pakket veenmossen is het contact met het grondwater verloren en wordt geheel gevoed door voedselarm regenwater. De veenboden is het hele jaar verzadigd met water, waardoor een zuurstofarm milieu ontstaat. Dit vegetatie type is arm aan soorten. Typische soorten zijn het Kaal veenmosklokje, Veenmosvuurzwammetje, en de Veenmosgrauwkop. Verder begeleidende soorten vind je op het veldformulier.

Hoogveenbossen

Veenbossen; habitattype H91D0
Dit habitattype omvat berkenbossen van vnl. Zachte berk in de boomlaag en een ondergroei van Veenmos (Sphagnum spp.). Het zijn de natte berkenbroekbossen om veenbodems, die je voornamelijk vindt in laagveengebieden en hoogveengebieden, in beekdalen op de hoge zandgronden en in het rivierengebied. In laagveengebieden zie je vaak dat zulke bossen een mozaïek vormen met elzenbroekbos. Zulke boscomplexen worden in hun geheel bij dit habitat type gerekend. Typische soort is de Witte berkenboleet, Leccinum niveum (correcte naam L. holopus). De begeleidende soorten vind je op het veldformullier.