Ascomyceten op mest in de duinen van Noord-Kennemerland

Verslag van 10 jaar onderzoek naar het voorkomen van ascomyceten op diverse mestsoorten in het duingebied van Noord-Kennemerland in de periode 2004 t/m 2013.

Kees Roobeek (2015)

Samenvatting (ongewijzigd overgenomen van blz. 2)
In de vorige eeuw waren konijnen de voornaamste grazers in het duingebied. Door ziektes zijn zij gedecimeerd en hierdoor verdween hun invloed op de duinvegetaties. Daarnaast heeft in ons land de sterke toename van de depositie van stikstofverbindingen in de afgelopen decennia vooral in natuurgebieden bemestend gewerkt. In het duingebied heeft dit geleid tot sterke toename van grassen en struweel en het verdwijnen van de oorspronkelijke vegetatie. Om deze negatieve ontwikkelingen in de duinen nog enigszins te keren proberen de beheerders met de inzet van grote grazers, als koeien en paarden, de toename van biomassa te verminderen. Hierdoor wordt een flink deel hiervan omgezet in mest, die vervolgens weer door allerlei organismen wordt afgebroken. Bij deze afbraak spelen vooral schimmels een belangrijke rol. Deze coprofiele paddenstoelen zijn uit ons cultuurlandschap grotendeels verdwenen door de intensievering van de veehouderij, waar drijfmest de norm is. Dank zij de inzet van grazers in natuurgebieden, waar weer natuurlijke mest wordt geproduceerd, beleven deze mestpaddenstoelen weer een revival. Over de duidelijk zichtbare paddenstoelen, de zogenaamde macrofungi, met soorten als inktzwammen, vlekplaten en breeksteeltjes is veel gepubliceerd en is al het nodige bekend over voorkomen en verspreiding.
Over de kleine, maar niet minder belangrijke ascomyceten op mest, is in ons land veel minder bekend. In dit rapport wordt verslag gedaan van de vondsten van deze ascomyceten op mest van de diverse grazers in het duingebied van Noord-Kennemerland. In een eerder rapport over ascomyceten op konijnenkeutels (Roobeek 2013a) bleek al de grote diversiteit aan soorten op deze mestsoort. Met de introductie van andere diersoorten in het duin was de verwachting, dat er toename zou zijn van soorten en een mogelijke verandering zou optreden in de mestbewonende soorten in dit gebied. Bij dit onderzoek werden in een onderzoeksperiode van 10 jaar ca. 4350 vruchtlichamen van 84 soorten ascomyceten aangetroffen, waaronder verschillende nieuwe soorten voor Nederland. Bovendien werd duidelijk, dat de mest van grote grazers als koeien en paarden andere soorten schimmels huisvest dan de mest van schapen, konijnen en hazen. Met de introductie van grote grazers in het duin liften dus tal van andere organismen mee. Ongewis blijft voorlopig, wat in de toekomst de invloed van al deze nieuwkomers op het duingebied zal zijn.

Download dit rapport