De achtergrond: een samenwerkingsafspraak

De 'Beleidsnota Invasieve Exoten' van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) beschrijft het Nederlandse beleid voor invasieve exoten. Bij de uitvoering van dit beleid speelt het <b>Team Invasieve Exoten</b> (<b>T.I.E.</b>) een belangrijke rol. Het team adviseert LNV over de (potentiële) schadelijkheid van invasieve exoten in Nederland en over de mogelijkheden om dat te voorkomen. Hierbij maakt het team gebruik van een (internationaal) netwerk van deskundigen. Deze deskundigen signaleren nieuwe exoten in Nederland en voeren risicoanalyses uit.
Het team is ondergebracht bij de Plantenziektenkundige Dienst in Wageningen.
Met de oprichting van het Team Invasieve Exoten geeft LNV invulling aan het oorspronkelijke voornemen voor het oprichten van een Coördinerend Orgaan Invasieve Exoten.
Voor de vroegtijdige signalering van (mogelijke) invasieve exoten wil het Team Invasieve Exoten graag gebruik maken van de bestaande natuurnetwerken. Om de vroegtijdige signalering vorm te geven, voerden de PGO&rsquo;s (organisaties als NMV) en Waarneming.nl in 2008 de Signaleringspilot Invasieve Exoten uit. Deze pilot is in 2009 verder uitgewerkt om een waarnemingstructuur voor exoten neer te zetten die vanaf 2010 verder werd uitgebouwd. Het doel is uiteraard ook om waarnemingen van exoten te verzamelen en te rapporteren.

Wat zijn exoten?

Exoten zijn planten, dieren en andere organismen die door toedoen van de mens in ons land terechtkomen, terwijl ze hier van nature niet thuishoren. Dit gebeurt bijvoorbeeld door de wereldwijde handel in planten en dieren, en het meeliften van exoten met kratten, containers, boten of vrachtwagens. Als een exoot zich ongeremd kan uitbreiden dan worden ze invasieve exoten genoemd.
Invasieve exoten kunnen schadelijk zijn voor planten of dieren die hier van nature voorkomen of voor ecosystemen. Dit kan ertoe leiden dat inheemse planten en dieren gedeeltelijk of zelfs geheel verdwijnen en ecosystemen veranderen.

Schade ontstaat op verschillende manieren, onder andere doordat invasieve exoten:

  • Voedsel, licht en/of ruimte wegnemen van inheemse soorten (Concurrentie);
  • Inheemse dieren of planten eten (Predatie);
  • Inheemse dieren of planten ziek maken;
  • Paren met inheemse soorten waardoor (kenmerken van) inheemse soorten verdwijnen (Hybridisatie).

Zijn er exoten onder de paddenstoelen?

De Nederlandse Mycologische Vereniging houdt zich bezig met het bestuderen van hogere schimmels (paddenstoelen).
Lagere schimmels die ons land als exoot bereiken, zijn regelmatig verantwoordelijk voor grote schade, denk bijvoorbeeld aan de iepenziekte (Ophiostoma ulmi).
Van schadelijke exotische hogere schimmels (paddenstoelen) is buiten de champignonteelt (nog) geen sprake.
Door de wijze van verspreiding is het ook moeilijk te bepalen of een paddenstoel op eigen kracht hier is gekomen of hulp van mensen heeft gehad. Een andere groep schimmels die voor grote economische schade kunnen zorgen zijn de roesten enkele leden van omze vereniging houden zich hiermee bezig.

De volgende tekst is overgenomen uit het Bassisrapport Rodelijst Paddenstoelen (Arnolds & Veerkamp, 2008, blz. 17-18):

Exoten worden door LNV gedefinieerd als van oorsprong uitheemse soorten die nooit of pas na 1900 zijn ingeburgerd. Bij paddenstoelen is het moeilijk om vast te stellen of een soort ons land op eigen kracht heeft bereikt dan wel met materialen is aangevoerd omdat:
a. De natuurlijke arealen van veel soorten nog onvoldoende bekend zijn,
b. Het verschijnen van een nieuwe soort hoogst zelden rechtstreeks gekoppeld kan worden aan een bepaalde menselijke activiteit, en
c. De sporen met luchtstromingen zeer grote afstanden kunnen afleggen, zodat verspreidingsbarrières hooguit tussen continenten bestaan en bijvoorbeeld niet tussen Zuid-Europa en Nederland.

Tot de exoten worden daarom gerekend:
a. paddenstoelen die zeer waarschijnlijk uit andere continenten zijn ingevoerd, bijvoorbeeld Spitse stinkzwam (Mutinus elegans) en Tropische beurszwam (Volvariella volvacea), en
b. soorten die uit cultuur zijn verwilderd (één voorbeeld: , Shii-take (Lentinula edodes). In totaal gaat het slechts om zes soorten.
Wél beschouwd zijn paddenstoelen die gebonden zijn aan uitheemse planten, bijvoorbeeld Fijnspar en Lork, maar die Nederland (zeer waarschijnlijk) langs natuurlijke weg hebben bereikt en zich hebben gevestigd, bijvoorbeeld de Korianderzwam (Gloeoporus odoratus) en Gele ringboleet (Suilllus grevillei)', deze soorten zijn in feite te vergelijken met het Linnaeusklokje en de Kruisbek). Ook enkele soorten op bewerkt hout die in onverwarmde gebouwen kunnen overleven, worden hier als inheems beschouwd, bijvoorbeeld de Echte huiszwam (Serpula lacrimans).

Literatuur

E. Arnolds & M. Veerkamp (2008), Basisrapport Rode Lijst Paddenstoelen: 16-18.
M. Boomsluiter (2009), Exotische paddenstoelen: een bedreiging voor de Nederlandse mycoflora? Coolia 52(4): 173-179.
R. van der Meijden (ed.) 2005, Heukels' Flora van Nederland (23e druk): 20-21.
A. Termorshuizen (2004), Gemakkelijk herkenbare plantenparasieten. Coolia 47(2): 93-98 (als G. fuscum)
Ministerie LNV, Beleidsnota Invasieve exoten.
Invasive Species Specialist Group (ISSG): www.issg.org.
DAISIE (Delivering Alien Invasive Species Inventories for Europe).