De Nederlandse Mycologische Vereniging houdt zich niet bezig met psychoactieve of geestverruimende middelen en onderhoudt geen betrekkingen met de wereld waarin paddo's met dit doel worden gekweekt, verhandeld of gebruikt.
Het verzamelen van paddo's in de natuur staat gelijk aan wildplukken, maar draagt het extra risico in zich voor vergiftiging, doordat soorten uit het geslacht Psilocye vaak niet eenvoudig herkend kunnen worden en daardoor makkelijk worden verwisseld met - vaak giftige - Vlekplaten (Panaeolus), Breeksteeltjes (Conocybe), Vezelkoppen (Inocybe), Satijnzwammen (Entoloma) en kleine Gordijnzwammen (Cortarius). Dit zijn groepen waarvan de soorten vaak ook moeilijk te determineren zijn, zelfs door ervaren mycologen.
Ervaren paddo-gebruikers kweken hun paddo's graag zelf (het broed kan gewoon via internet worden besteld) en dat doen zij ook nogal eens door ze te "zaaien" in (volks)tuinen en openbare plantsoenen. Dit kweken in de openbare ruimte stamt al uit de jaren 60 van de afgelopen eeuw, toen in Amerika bij wijze van protest tegen de staat, die het drugsgebruik aan banden probeerde te leggen, paddobroed "gezaaid" werd in plantsoenen bij politiebureau's en rechtbanken.
In Nederland wordt de strijd tegen drugs ook gevoerd en per 1 december 2008 is het officiële 'PADDO-VERBOD' wettelijk van kracht geworden: 188 soorten paddenstoelen zijn in verband met dit verbod op Lijst II van de Opiumwet geplaatst. Het hebben of laten groeien van deze soorten is derhalve strafbaar geworden en vindplaatsen van soorten uit deze lijst zouden moeten worden vernietigd.
188 hallucinogene soorten?
De Nederlandse Mycologische Vereniging heeft bij de lijst van 188 'verboden' paddenstoelen in 2008 een aantal opmerkingen geplaatst en deze aangeboden aan de toenmalige minister Ab Klink van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Samengevat staat in deze opmerkingen te lezen dat:
- van de 188 soorten op de lijst slechts 31 soorten inheems zijn;
- van het merendeel van de soorten niet is aangetoond dat zij psilocybine of psilocine bevatten;
- de lijst derhalve onbetrouwbaar is;
- 12 van de inheemse soorten op de Rode Lijst staan en vernietiging ervan dus in strijd is met het Nederlandse natuurbeleid;
- de verplichting vindplaatsen te vernietiging zal leiden tot een verschraling van de biodiversiteit;
- het verbod in het bezit te zijn van soorten op de lijst de wetenschappelijke en educatieve doelstellingen van de NMV bemoeilijkt;
- het onbegrijpelijk is dat bij het vervaardigen van de lijst, resp. het wetsontwerp, Nederlandse deskundigen op het gebied van paddenstoelen niet zijn geraadpleegd.
In een brief antwoordde de Minister dat met het verbod "nimmer is beoogd dat natuurlijke vindplaatsen van bepaalde paddenstoelen-soorten zouden moeten worden vernietigd." Ook strafrechtelijk optreden tegen het van nature aanwezig zijn van paddenstoelen uit de bewuste lijst is volgens de minister niet aan de orde.
NMV-standpunt inzake lijst II van de Opiumwet
De NMV heeft in 2008 een officieel standpunt ingenomen en dit in een brief aan het ministerie van VWS gestuurd. Alle stukken met betrekking tot het standpunt van de NMV en de nieuwe wet kunnen hier worden gedownload.